Wijziging Wet Verbetering Poortwachter per 1 september 2021
De Wet Verbetering Poortwachter (WVP) is ingesteld om het aantal werknemers dat langdurig ziek is, terug te dringen. De wet verlangt dat werkgever en werknemer samenwerken met een arbodienst of bedrijfsarts om de werknemer weer verantwoord aan het werk te krijgen. Per 1 september 2021 wijzigt er een belangrijk onderdeel in deze wet. We lichten het hieronder toe.
Verplichtingen vanaf de 1e week van het ziekteverzuim
Als je werknemer langdurig ziek wordt, krijg je als werkgever te maken met allerlei regels die te maken hebben met begeleiding tijdens het ziekteverzuim en re-integratie. Je moet van alles ondernemen om je werknemer weer in staat te stellen het werk, volledig of gedeeltelijk, te hervatten. De verplicht te nemen stappen, die al binnen de 1e week van het ziekteverzuim ingaan, staan beschreven in de
WVP.
Blijft je werknemer onverwacht lang ziek, dan volgt een eerstejaarsevaluatie tussen de 26e en 52e week. Hierin evalueer je met je werknemer het afgelopen jaar en stelt vast welk re-integratieresultaat jullie in de komende periode willen behalen, en hoe jullie dit gaan doen.
Is je werknemer na 20 maanden nog niet (volledig) aan het werk, dan stel je samen een re-integratieverslag (RIV) op. Hierin staan alle afspraken en concrete resultaten van de geplande werkhervatting. Dit re-integratieverslag is van belang bij het aanvragen van een WIA-uitkering bij het UWV, als je werknemer niet voor het einde van de eerste twee jaar hersteld is. Aan de hand van het RIV toetst een arbeidsdeskundige van UWV of de werkgever en werknemer voldoende hebben gedaan om werkhervatting te bewerkstelligen, de zogeheten RIV-toets. Bij vragen of onduidelijkheden kan de arbeidsdeskundige een verzekeringsarts inschakelen.
De rol van de bedrijfsarts wijzigt per 1 september 2021
De bedrijfsarts speelt een grote rol in de verzuimbegeleiding van je werknemer. Daarnaast is de bedrijfsarts ook belangrijk bij de preventie van verzuim. Zo verleent hij bijstand aan de werknemer, én adviseert hij bij de verzuimbegeleiding. Deze adviserende rol is ook nadrukkelijk opgenomen in de Arbowet.
Vanaf 1 september 2021 wordt deze medische adviesrol van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer leidend bij de RIV-toets. Deze wijziging moet ertoe leiden dat je als werkgever geen loonsancties meer kunt krijgen vanwege een verschil van inzicht tussen de verzekeringsarts van het UWV en de bedrijfsarts over de belastbaarheid van je werknemer. Een loonsanctie kan bijvoorbeeld zijn: doorbetaling van het loon tot maximaal 1 jaar na de eerste twee jaren van ziekteverzuim.
De wijziging zorgt ervoor dat de verzekeringsarts het advies van de bedrijfsarts niet langer mag beoordelen. De arbeidsdeskundige van UWV toetst of werkgever en werknemer voldoende inspanningen hebben gedaan, die binnen het advies van de bedrijfsarts passen.
Dit betekent overigens niet dat je als werkgever geen loonsanctie meer kunt krijgen. Dit kan nog steeds, alleen is het dan niet meer gebaseerd op een meningsverschil tussen verzekeringsarts en bedrijfsarts.
Als je werknemer twijfelt aan het advies van de bedrijfsarts
Je werknemer mag een second opinion vragen aan een andere bedrijfsarts, als hij twijfelt over de juistheid van het advies van de huidige bedrijfsarts. Bedrijfsartsen moeten hieraan meewerken, tenzij er zwaarwegende tegenargumenten zijn om dat niet te doen. LET OP: Als werkgever betaal jij de kosten voor het aanvragen van een second opinion!
Blijf in contact
Ziek zijn is voor niemand prettig. Langdurig uit de roulatie zijn is nog vervelender. In contact blijven met je werknemer en samenwerken aan diens herstel volgens de WVP kan ervoor zorgen, dat je werknemer weer verantwoord aan het werk gaat. Meer informatie over de WVP vind je op het
Arboportaal.